Een kabelkous – ook wel vlieter genoemd – is een praktisch hulpmiddel dat wordt gebruikt om diverse soorten kabels, zoals energiekabels, communicatiekabels en hoogspanningsleidingen, veilig te kunnen leggen. Het vormt de verbinding tussen de te leggen kabel en de lierkabel.
Wanneer heb je een kabelkous nodig?
In principe is een kabelkous onmisbaar bij het trekken van kabels. Het is de meest efficiënte en veilige manier om een lierkabel aan de kop van de te trekken kabel te bevestigen. Alleen wanneer de te trekken kabel door de producent al voorzien is van een oog op de kop van de kabel – zoals vaak bij hoogspanningskabels het geval is – hoeft er geen vlieter meer te worden gebruikt.
Muurvast om de kabel
Een kabelkous is een flexibel vlechtwerk van staaldraad met in de meeste gevallen aan het uiteinde één oog (optioneel kan voor twee ogen worden gekozen zodat de kabelkous kan worden toegepast als trek ontlastend ophangsysteem). De kous wordt om de kop van de te trekken kabel geschoven en met het oog bevestigd aan een draaibare wartel die op zijn beurt met de andere zijde weer wordt bevestigd aan het oog van de lierkabel. Zodra er trekkracht op de kabelkous wordt uitgeoefend, trekt de kous strak om de kabel en zit deze muurvast. Uiteraard is het hierbij wel van het grootste belang dat de diameter van de te trekken kabel, draad of slang past bij de diameter van de kabelkous. Is een vlieter te groot, dan trekt deze niet (goed) strak en schuift deze weer van de kabel, draad of slang af. Er is dan vanzelfsprekend geen sprake van een veilig trekproces.
Dunne of dikke draad
Een kabelkous is standaard uitgevoerd in gegalvaniseerde staalkabel (optioneel kan deze ook in RVS worden vervaardigd). Elke streng van de kabelkous bestaat uit vijf of acht gevlochten staaldraden. Kabelkousen met een dunne draad – met een diameter van 2,5 millimeter – zijn geschikt voor het trekken van kabels met een diameter van 25 tot 50 millimeter. Kabelkousen met een dikke draad – met een diameter van 3,7 millimeter – worden gebruikt voor kabels met een diameter van 50 tot 90 millimeter. Moet er kabel met een hogere diameter worden getrokken, dan vervaardigt Venrooy Cable Equipment hiervoor een kabelkous op maat. Een voorbeeld is de 8-strengs kabelkous die Venrooy speciaal ontwikkelde voor het trekken van HDPE-buizen. Het toepassen van meer strengen zorgt voor meer grip op de kabel of buis.
Lengte van de kabelkous
Kabelkousen zijn verkrijgbaar in diverse lengtes, variërend van 1 tot 6 meter. De variant met de dikke draad gaat zelfs tot een lengte van 10 meter. De benodigde lengte is afhankelijk van de trekkracht die er op een kabel wordt uitgeoefend. Hoe hoger de trekkracht hoe langer de kabelkous dient te zijn. Een langere vlieter zorgt er namelijk voor dat de kracht wordt verdeeld over een groter gedeelte van de kabel. Dit verkleint de kans op beschadigingen of vervormingen van de te trekken kabel. In de praktijk blijkt dat bij een gemiddelde kabeltrek over het algemeen een vlieter van maximaal 3 meter lang afdoende is. Naast de trekkracht is ook het materiaal van de kabel bepalend bij de keuze van de lengte van de kabelkous. Bij bijvoorbeeld een rubberen kabel volstaat een kortere kabelkous omdat het vlechtwerk om dit materiaal veel makkelijker stroef vast trekt. Een gladde pvc-buis heeft om die reden een langere kabelkous nodig.
Bent u benieuwd hoe dit proces in zijn werk gaat?
Bekijk in onze animatievideo hoe een kabeltreklier werkt, welke soorten kabeltreklieren er zijn en welke liertoebehoren zoals kabelkousen, kabelachten, breekkabels, draaibare wartels en kabelrollen nog meer in ons assortiment zitten.
Meer informatie over kabelkousen
Wilt u meer weten over het gebruik van kabelkousen? Neem dan gerust vrijblijvend contact op met Venrooy Cable Equipment. Wij adviseren u graag!
